Hof van Cassatie spreekt zich uit over de definitie van “vaartuig” naar Belgisch Recht

Recentelijk diende het Hof van Cassatie zich uit te spreken over de vraag of de badboot (zijnde een "omgebouwde duwbak die bestemd is als publieke badinrichting") naar Belgisch recht een vaartuig (of daarmee gelijkgesteld tuig) is dat beroep kan doen op de aansprakelijkheidsbeperking conform het LLMC verdrag. In haar arrest van 5 september 2022 lijkt het Hof deze vraag bevestigend te antwoorden, waarbij wordt geoordeeld dat onder vaartuig voor de toepassing van de bewuste moet worden verstaan "elk tuig dat drijft en, met of zonder eigen beweegkracht, vatbaar is voor verplaatsing over het water, ook al gebeurt dit slechts sporadisch, op voorwaarde dat het niet duurzaam met het land of de bodem verbonden is".

De appelrechters die oordelen dat de omgebouwde duwbak die bestemd is als publieke badinrichting, niet als vaartuig kan worden beschouwd omdat “het niet uitsluitend of overwegend bestemd is voor de vaart op de binnenwateren”, verantwoorden hun beslissing daarbij niet naar recht.

De zaak werd verwezen naar het Hof van Beroep te Gent.

U vindt de de tekst van het arrest via volgende link.

Vorige
Vorige

Bezint eer ge begint: Schadevergoeding voor tergend en roekeloos beroep blijft geen dode letter

Volgende
Volgende

Wijziging regels inzake verticale overeenkomsten sinds 1 juni 2022