Wijziging regels inzake verticale overeenkomsten sinds 1 juni 2022

In het Europees mededingingsrecht zijn overeenkomsten of onderling afgestemde gedragingen tussen ondernemingen met de bedoeling of met het gevolg dat de mededinging verhinderd, beperkt of vervalst wordt, verboden. (bijvoorbeeld prijsafspraken, marktverdelingsafspraken, afspraken om de productie te beperken of te controleren).

Met het oog op de bescherming van het delicate evenwicht tussen de belangen van enerzijds de fabrikanten en de verdelers en anderzijds de eindgebruikers, vaardigde de Europese Commissie in 2010 een Verticale Groepsvrijstellingsverordening uit.

Inmiddels is gebleken dat deze Groepsvrijstellingsverordening onvoldoende was aangepast aan onze huidige economie omwille van de groeiende digitalisering, de toename van de onlineverkoop en de opkomst van grote e-commercebedrijven en platformen.

Daarom heeft de Europese Commissie op 10 mei 2022 een gemoderniseerde Groepsvrijstellingsverordening voor Verticale Overeenkomsten (GVV) gepubliceerd, die op 1 juni 2022 in werking is getreden. Deze GVV geldt voor de komende 12 jaar en voorziet in een overgangsperiode van 1 jaar voor contracten die op 31 mei 2022 voldoen aan de oude regels.

In deze GVV worden enerzijds een aantal strengere voorwaarden ingevoerd maar tegelijkertijd ook een aantal versoepelingen die rekening houden met de toenemende digitalisering van onze economie.

Wij zetten hier de belangrijkste wijzigingen op een rij:

Duale distributieovereenkomsten:

In het kader van een duale distributieovereenkomst verdeelt een leverancier of fabrikant zijn goederen zowel via distributeurs als via zijn eigen afzetkanalen, waardoor hij dus rechtstreeks met zijn eigen distributeurs concurreert.

De regels hieromtrent worden nu strikter geregeld. In de nieuwe GVV blijft het uitwisselen van informatie in duale distributiestelsels grotendeels vrijgesteld. De vrijstelling geldt niet meer voor het uitwisselen van informatie tussen partijen die geen direct verband heeft met de uitvoering van de verticale overeenkomst of die niet noodzakelijk is om de productie of de distributie van de goederen of diensten te verbeteren. De vrijstelling geldt ook niet voor verticale overeenkomsten tussen aanbieders van online tussenhandelsdiensten die zelf goederen of diensten aanbieden in concurrentie met ondernemingen waaraan zij online tussenhandelsdiensten leveren.

Duale prijsstelling

Met een duale prijsstelling wordt de distributeur verplicht om een andere prijs te betalen voor producten die hij online verkoopt in vergelijking met producten die hij offline verkoopt. Tot dusver werd dit als een hardcore beperking beschouwd, maar daar komt nu (beperkt) verandering in.

De versoepeling is enkel van toepassing indien de dubbele prijsstelling bedoeld is om een passend niveau van investeringen te stimuleren of te belonen in verhouding met de kosten die voor elk verkoopkanaal worden gemaakt.

Wanneer het verschil in prijs er echter toe strekt het doeltreffend gebruik van het internet voor onlineverkoop te verhinderen, geldt de vrijstelling niet.

Leveranciers zullen in het kader van een selectief distributiesysteem ook niet langer dezelfde kwalitatieve criteria moeten opleggen voor offline en onlineverkoop, doch steeds op voorwaarde dat het doeltreffend gebruik van het internet niet wordt verhinderd.

Meestbegunstigingsclausules

De zogenaamde meestbegunstigingsclausules of pariteitsclausules (ook wel MFN-clausule = most favoured nation clausule), die een onderneming ertoe verplichten haar goederen of diensten aan te bieden aan een partij onder dezelfde of minstens even gunstige voorwaarden als deze aan dewelke de goederen of diensten worden aangeboden aan andere partijen (kortom afspraken dat goederen of diensten nergens anders goedkoper zullen aangeboden worden) worden vanaf nu expliciet opgenomen in de GVV.

Deze clausules blijven geldig, behalve in geval deze clausules de afnemer van online tussenhandelsdiensten (bv. Een hotel) verbieden om haar producten en diensten aan lager prijzen aan te bieden via andere concurrerende online tussenhandelsdiensten. Dit noemt men brede pariteitsclausules. Smalle pariteitsclausules, waarbij de afnemer van online tussenhandelsdiensten zich er enkel toe verbindt om via haar eigen verkoopkanalen geen lagere prijzen aan te bieden, blijven daarentegen wel mogelijk.

Enkele verduidelijkingen inzake verticale prijsbinding

De bestaande basisregel volgens dewelke een leverancier zijn afnemer geen vaste of minimumverkoopprijzen mag opleggen, blijft behouden. Er worden wel enkele verduidelijkingen gegeven over de interpretatie van dit verbod.

Zo worden bijvoorbeeld de volgende praktijken als hardcore beperking beschouwd:

-          Het hanteren van een prijsvork

-          Het verbod voor de distributeur om reclame te maken onder een door de leverancier vastgestelde minimumprijs, ook al is die distributeur vrij om wel nog de uiteindelijke verkoopprijs te bepalen. Dit zal worden aanzien als een indirect middel om verticale prijsbinding toe te passen.

Gedeelde exclusiviteit

Naast het systeem van selectieve en exclusieve distributie, wordt nu ook het systeem van gedeelde exclusieve distributie ingevoerd.

Voortaan kan de leverancier maximaal 5 afnemers als exclusieve distributeur aanwijzen voor één klantengroep of één gebied.

Betere bescherming van exclusieve klantenkringen of -gebieden

De nieuwe GVV voorziet in de mogelijkheid voor leveranciers om van hun directe afnemers niet alleen te eisen dat zij niet actief zullen verkopen aan exclusieve klanten of in exclusieve gebieden, maar ook dat deze directe afnemers op hun beurt hun eigen directe klanten ditzelfde verbod opleggen. Het nog verderop in distributieketen doorgeven van deze beperking is echter niet vrijgesteld.

Betere bescherming van exclusieve en selectieve distributeurs

Voortaan kan de leverancier exclusief toegewezen gebieden of klantengroepen beschermen tegen de actieve verkoop door distributeurs uit selectieve distributiegebieden en vrije gebieden.

Eveneens kan de leverancier selectieve distributiegebieden beschermen tegen de actieve en passieve verkoop door distributeurs uit exclusieve distributiegebieden of uit vrije gebieden.

Versoepeling inzake niet-concurrentiebedingen

Niet-concurrentiebedingen die na een periode van 5 jaar stilzwijgend worden verlengd, zijn nu vrijgesteld op voorwaarde dat de distributeur na de periode van 5 jaar daadwerkelijk de verticale overeenkomst kan heronderhandelen en/of beëindigen met inachtneming van een redelijke opzegtermijn en tegen een redelijke kostprijs (en dus van leverancier kan veranderen).

Onlineverkoop

Beperkingen die direct of indirect, op zichzelf of in combinatie met andere factoren, tot doel hebben distributeurs te verhinderen daadwerkelijk gebruik te maken van internet voor de verkoop van hun goederen of diensten of om effectief gebruik te maken van één of meer online reclamekanalen, kunnen worden beschouwd als sowieso verboden “hard core”-beperkingen van onlineverkoop.

Dit betekent echter niet dat het totaal onmogelijk is om beperkingen op te leggen in verband met online verkoop, bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat er voldoende verkopen in een fysieke winkel gebeuren. Het is wel mogelijk om verkopen op onlinemarktplaatsen tot op een bepaalde hoogte te beperken, door bv kwaliteitsnormen op te leggen, zolang deze beperkingen het niet quasi onmogelijk maken om online te verkopen. Het verkopen via de eigen webshop en het maken van online reclame moeten ook toegelaten blijven.

Online tussenhandelsdiensten

Agentuurovereenkomsten vallen niet onder het verbod op mededingingsbeperkende afspraken.

De nieuwe regels verduidelijken dat aanbieders van online tussenhandelsdiensten (online marktplaatsen, app-stores, prijsvergelijkingstools en sociale media diensten, enz.) als leveranciers gekwalificeerd moeten worden en dus niet kunnen worden beschouwd als “echte” agent. De overeenkomsten die betrekking hebben op het aanbieden van online tussenhandelsdiensten zijn dus verticale overeenkomsten en kunnen in beginsel in aanmerking komen voor de vrijstelling op grond van de GVV.

Vorige
Vorige

Hof van Cassatie spreekt zich uit over de definitie van “vaartuig” naar Belgisch Recht

Volgende
Volgende

We are hiring!