Kennelijk grove fout voor bestuurders van een "kleine" onderneming

Het Hof van Cassatie spreekt zicht uit over de bewijslast omtrent de drempels van artikel XX. 225 WER

Indien bestuurders een kennelijk grove fout hebben begaan die heeft bijgedragen tot het faillissement, kunnen zij conform artikel XX. 225 Wetboek Economisch Recht (WER) aansprakelijk worden gesteld voor een gedeelte of het geheel van de schulden van de onderneming. Voor de toepassing van dit artikel is het vereist dat de onderneming in kwestie geen "kleine" onderneming is en in de jaren voorafgaand aan het faillissement een bepaalde minimumdrempel heeft gehaald. De aansprakelijkheid is immers niet van toepassing voor bestuurders/zaakvoerders van een onderneming waarin over de drie boekjaren voor het faillissement, of, indien de onderneming sedert minder dan drie jaar is opgericht, alle boekjaren voor het faillissement, een gemiddelde omzet van minder dan 620 000 euro (excl. BTW) heeft verwezenlijkt en waarin het totaal van de balans bij het einde van het laatste boekjaar niet hoger was dan 370 000 euro (art. XX.225, § 2 WER).

In haar arrest van 2 december 2021 inzake C.21.0016.N/1 besliste het Hof van Cassatie dat de bewijslast om aan te tonen dat het om een "kleine" onderneming gaat rust op de zaakvoerders/bestuurders van de onderneming.

Arrest HvC

Boek XX WER

Vorige
Vorige

Geen ontsnappen aan de korte termijn bij verborgen gebreken na koop-verkoop

Volgende
Volgende

Het Europees Openbaar Ministerie (EOM/EPPO)