Het Hof van Cassatie verlaat (gedeeltelijk?) de aftrek van vetusteit bij vergoeding van geleden schade

Overeenkomstig artikel 1382 Burgerlijk wetboek dient een persoon die door zijn fout schade berokkent aan een ander, deze schade te vergoeden.  Het slachtoffer moet ‘integraal’ vergoed worden voor zijn schade. Het Hof van Cassatie heeft herhaaldelijk gesteld dat de benadeelde moet hersteld worden in de toestand waarin hij verkeerde op de dag van het ongeval indien de zaak niet beschadigd was door de fout van de dader. (Cass., 13 april 1988, Arr.Cass., 1987-88, 1016,; Cass. 5 mei 1992, Arr.Cass. 1991-92;834; Cass, 28 februari 2020,C.19.0358.F)

In rechtspraak en rechtsleer werd algemeen aanvaard dat wanneer een zaak volledig werd vernield en vervangen moet worden, de rechter diende rekening te houden met de slijtage of vetusteit  (ouderdom, gebruik,..) van de oude zaak (Cass., 11 februari 2016, C.15.0031.N;Cass., 5 oktober 2018, C.18.0145.N) Men hield hierbij rekening met het principe dat het slachtoffer volledig diende vergoed te worden voor zijn schade doch het kon niet zijn dat het slachtoffer zich verrijkte.

In haar arrest van 17 september 2020 in voltallige kamer uitgesproken heeft het Hof van Cassatie een belangrijke nuancering doorgevoerd in de aftrek voor vetusteit:

“De persoon die door zijn fout schade aan een ander veroorzaakt, is verplicht deze schade te vergoeden. De benadeelde heeft in de regel recht op de integrale vergoeding van de geleden schade. De persoon wiens zaak door een onrechtmatige daad is beschadigd, heeft recht op herstel van zijn vermogen door het herstel van de zaak in de staat waarin zij zich voor die daad bevond. In de regel heeft de benadeelde recht op het bedrag dat nodig is om de beschadigde zaak te laten herstellen, zonder dat dit bedrag verminderd mag worden wegens de vetusteit van de beschadigde zaak.

Het arrest, waarin werd besloten een vetusteitcoëfficiënt van 44 p.c. toe te passen op "alle wederopbouwwerkzaamheden", zodat de aan de eisers toegekende wederopbouwvergoeding met hetzelfde bedrag werd verminderd omdat "rekening moet worden gehouden met de onzekerheid van de fundamenten", is in strijd met het beginsel van volledige schadevergoeding. “

Het Hof van Cassatie blijkt haar oude standpunt verlaten te hebben. In beginsel heeft het slachtoffer recht op vergoeding van de nieuwwaarde zonder dat er rekening dient gehouden te worden met vetusteit.

Enige nuancering is op zijn plaats. Het Hof van Cassatie benadrukt ‘in de regel’ is het slachtoffer gerechtigd op de vergoeding van de nieuwwaarde zonder aftrek. Het vergoeden van de werkelijke waarde  is  nog altijd mogelijk volgens het Belgische Hof van Cassatie. De feitenrechter zal dus nog steeds in concreto dienen te oordelen of het slachtoffer recht heeft op integrale vergoeding dan wel er een aftrek mogelijk is voor slijtage

Vorige
Vorige

Het Verdrag van Peking inzake de internationale gevolgen van een gerechtelijke verkoop van schepen aangenomen

Volgende
Volgende

Bezint eer ge begint: Schadevergoeding voor tergend en roekeloos beroep blijft geen dode letter