De minnelijke invordering van schulden bij betalingsachterstand van consumenten

Op 23 mei 2023 werd de wet van 4 mei 2023 houdende invoeging van boek XIX “Schulden van de consument” in het Wetboek van economisch recht (hierna WER) gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Dit boek XIX regelt de minnelijke invordering van schulden bij betalingsachterstand van consumenten. 

Op 1 september 2023 is de wet van 4 mei 2023 in werking getreden wat de toekomstige overeenkomsten betreft. 

Vanaf  1 december 2023 is de wet van 4 mei 2023 ook van toepassing op elke vervallen en onbetaalde schuld van een consument aan een onderneming die voortkomt uit een overeenkomst die werd afgesloten vóór haar inwerkingtreding wanneer de betalingsachterstand ontstaat na de inwerkingtreding ervan. 

Hoog tijd dus om een overzicht te geven van de belangrijkste nieuwigheden. 

De kosteloze eerste herinnering 

Een onderneming kan zich ten aanzien van een consument enkel beroepen op verwijlinteresten en/of een schadebeding, indien zij een voorafgaande, kosteloze ingebrekestelling met bepaalde vermeldingen (een zgn. “eerste” herinnering) heeft verzonden.  

De wettelijke wachttermijn 

Na het verzenden van de “eerste herinnering” moet een onderneming vervolgens een wachttermijn van minstens veertien kalenderdagen doorlopen. Deze wachttermijn gaat in op de derde werkdag na verzending van de herinnering per post aan de consument. Wanneer de herinnering langs elektronische weg wordt verzonden, vangt de termijn van veertien kalenderdagen aan op de kalenderdag die volgt op de dag waarop de herinnering werd verzonden aan de consument. 

Er mogen geen verdere minnelijke invorderingsmaatregelen of -acties worden ondernomen voor het verstrijken van deze termijn. 

Op die manier wordt de consument de mogelijkheid geboden om de schuld alsnog te regelen zonder geconfronteerd te worden met bijkomende kosten.  

Wanneer de consument verzoekt om een uitstel van betaling of om een afbetalingsplan mogen geen verdere stappen in de minnelijke invordering worden ondernomen zolang er geen beslissing is genomen over zijn verzoek. Een soortgelijke regel is vastgesteld voor het geval de consument een beroep zou doen op een schuldbemiddelaar of een aanvraag voor een procedure inzake collectieve schuldenregeling heeft ingediend, evenals wanneer de consument zijn schuld op gemotiveerde wijze betwist 

De informatieverplichting 

De onderneming-schuldeiser is verplicht om alle bewijsstukken van de door haar ingeroepen schulden aan de consument te bezorgen, evenals alle benodigde informatie over de procedure om de schuld te betwisten.  

Beperking van schadebedingen en nalatigheidsintresten 

De meest ingrijpende verandering is de beperking van de omvang van de schadebedingen en nalatigheidsintresten. De interestvoet mag niet hoger liggen dan deze van de Wet van 2 augustus 2002  vermeerderd met 8 procentpunten. Daarenboven wordt een contractueel vastgelegde forfaitaire vergoeding (een zgn.  schadebeding), onderworpen aan een wettelijk maximumplafond, bepaald in functie van het verschuldigde saldo. Bedingen die voorzien in hogere bedragen dan hetgeen maximum is toegelaten, worden voor niet geschreven gehouden.  

In het licht van deze doorgevoerde wijzigingen lijkt het ons dan ook het ideale moment om uw algemene voorwaarden nog eens onder de loep te nemen en zo nodig aan te passen.

Quadrant Advocaten staat u hierin uiteraard graag bij 

Vorige
Vorige

De Belgische staat toch aansprakelijk voor schending van het EU recht?

Volgende
Volgende

Quadrant Advocaten stelt het themanummer “transport” van RABG samen